D66 en GroenLinks roepen de gemeente op een bestaande woningsubsidie beter bekend te maken bij de Amstelveners. Het gaat om de Subsidieregeling Groen op Gebouwen. ‘Mensen die een groene gevel en verticale tuinen willen aanleggen, kunnen voor hun planten tot wel 50% vergoed krijgen van de gemeente. Maar dan moeten de mensen wel weten dat dat geld er is,’ zegt Ilika Polderman van GroenLinks. ‘Mensen weten al wel de weg te vinden naar subsidie voor vergroening van hun dak, maar dat je ook geld kunt krijgen voor gevelplanten of verticale tuinen, dat lijkt nog niet bekend.’
Maarten de Haan van D66 denkt dat veel Amstelveners over de streep geholpen worden met subsidie, maar ook met goede voorlichting van de gemeente. ‘Je ziet dat al best veel mensen sedum op hun dak planten. Dat zijn vetplantjes die een perfectie isolatielaag vormen. Ze helpen je om minder gas te verstoken en het wordt minder heet in de zomer! En ze zijn helemaal onderhoudsvrij. Diezelfde voordelen kun je ook behalen met verticale tuinen. Dat zijn verticale plantenbakken gevuld met mos, om het simpel te zeggen. Ze leveren juist een belangrijke bijdrage aan een goede luchtkwaliteit. En ook die mosmuren zijn onderhoudsvrij,’ zegt De Haan. Polderman vult aan: ‘Vaak denken mensen dat groene gevels schadelijk zijn voor de muur. Met goede voorlichting kan duidelijk worden dat dit niet zo hoeft te zijn. De gemeente wil mensen helpen om hun huis te vergroenen en iets te doen aan isolatie met natuurlijke materialen. Maar dan is er nog wel veel voorlichting nodig, en dat is ook een taak van de gemeente.’
D66 en GroenLinks stellen samen schriftelijke vragen. De partijen vragen de gemeente om de bestaande subsidieregeling beter bekend te maken. Ook willen ze dat de gemeente meer voorlichting geeft over de geveltuinen zelf. Tot slot vragen de partijen aan de gemeente om te kijken of er gebouwen van de gemeente zelf zijn die verder kunnen vergroenen. ‘De mosmuur in het gemeentehuis is een mooi voorbeeld van hoe het kan. Maar de gemeente kan nu niet haar eigen vergroening als voltooid beschouwen en verder op haar handen gaan zitten,’ vindt Ilika Polderman.