Vrouwen lopen in het algemeen groter risico om in armoede te vervallen dan mannen als gevolg van echtscheiding, relatiebreuk, werkloosheid of wegvallen van een partner. Bij de meeste eenoudergezinnen zijn vrouwen gezinshoofd, en die gezinnen lopen het risico op armoede of sociale uitsluiting. Vrouwen onderbreken hun loopbaan vaak om voor de kinderen te zorgen en werken deeltijds, waardoor hun pensioen veel lager uitvalt. Uit vele onderzoeken blijken dat de meeste minima vrouw te zijn. Ook langdurige armoede komt het meest onder vrouwen voor.
De actuele armoedeproblematiek heeft vrouwen extra getroffen en vooral alleenstaande moeders. “Het is mij opgevallen dat in de nieuwe uitgangspunten van de beleidsnotitie van het armoedebeleid nauwelijks expliciet verwezen wordt naar de effecten op vrouwen” aldus Fatumo Mahamed Farah (GL)
Het Armoedevraagstuk kan niet opgelost worden zonder specifieke aandacht voor vrouwen. Extra aandacht voor vrouwen in het armoedebeleid zal voordelen opleveren voor vrouwen zelf, maar ook hun voor kinderen en de generatie daarna. Op die manier wordt de vicieuze cirkel doorbroken.
GroenLinks pleit voor een gender sensitieve benadering van het armoedebeleid. Daarom heeft Fatumo Mahamed Farah wethouder Van Ballegooijen (PvdA) gevraagd om gendersensitiviteit als kader op te nemen voor het nieuwe armoedebeleid. De wethouder reageerde hierop positief.